'De Bloem' stond bij
de Bloemgracht op
de stadsmuur en
draait nog steeds

M

Molen ‘de Bloem’

Haarlemmerweg 465, Amsterdam

Verhuisd van de stadsmuur naar de Haarlemmerweg in Sloten, die nu bij Amsterdam hoort. De twee laatste molens van Amsterdam die ooit op de stadmuur stonden, zijn sinds een paar jaar eigendom van Stadsherstel. Een daarvan is molen de Bloem, die in de 19e eeuw vanwege stadsuitbreiding een behoorlijk stuk verplaatst moest worden. Deze molen draait nog steeds, ‘voor De Prins’.

1786
Geplaatst op Bolwerk Reijckeroordt
1878
Verplaatst naar Haarlemmerweg 465
2018
Aankoop Stadsherstel
Nu
Woonhuis
Over de straat
400 Roe

1,8 meter van onze Haarlemmerpoort

Molen de Bloem – ook wel De Blom genaamd – ligt aan de Haarlemmerweg. Dat is de weg van Amsterdam naar Haarlem. Ook wordt hij ook wel de 400 Roe genoemd. Met de Roe of Roede wordt de oude lengtemaat bedoeld, die van plaats tot plaats verschilde. In Amsterdam was een Roe 3,68 meter. 400 Roe wil hier dan zeggen dat deze molen zich circa 1472 meter van de Haarlemmerpoort bevindt.

Ook wordt de Bloem in de volksmond wel ‘de eerste molen’ genoemd, omdat er verderop aan de Haarlemmerweg, richting Haarlem nog een molen staat, de 1200 Roe, ook wel ‘de tweede molen’ genoemd. Stadsherstel is ook eigenaar van deze molen, die staat op een afstand van 4416 meter van de Haarlemmerpoort. De Haarlemmerpoort is trouwens ook eigendom van Stadsherstel.

Maar ook deze tweede molen stond eerst op een andere plek. Omdat de gemeente Amsterdam uitbreidingsplannen had werd hij 1877 gedemonteerd en ook verhuisd naar Sloten. Daar werd hij weer opgebouwd zoals hij nu nog steeds te zien is. In 1921 werd Sloten bij Amsterdam gevoegd en stonden zowel de eerste als de tweede molen toch weer in Amsterdam.

Originele plek
Stadsmuur

Oudste type molen van Nederland

Tot 1878 stond molen de Bloem op de 17e eeuwse stadsmuur. Het was één van de 24 molens die op de bolwerken van de stadsmuur stonden. In dit geval op bolwerk Reijckeroordt ( de naam refereert aan een polder die bij het Nieuwe Meer lag) dat zich aan het einde van de Bloemgracht bevond. Nu is dat het Tweede Marnixplantsoen.

Zowel de molen als de Bloemgracht zelf ontlenen hun naam aan de oude naam voor het bolwerk: “De Blom”. De Bloem is één van de twee laatst overgebleven molens van de stadsmuur, alleen dan niet meer op zijn originele plaats. De andere molen is nu ook een Stadsherstel molen, namelijk Molen de Gooyer. Die staat nu aan de Funen kade en dat is nagenoeg nog op zijn oude plaats.

De Bloem is als stellingmolen in 1768 op het bolwerk gezet. Hij verving de gelijknamige standerdmolen. De standerdmolen is een richtbare windmolen en het oudste houten type windmolen van Nederland. Hij is veel te zien op prenten uit de 17e eeuw. Een gevelsteen aan de Marnixstraat 285 herinnert nog aan de molen die daar tegenover stond. De molen is daarop nog afgebeeld als standerdmolen uit 1610.

Soort molen
Stellingmolen

Op hoogte kruien

De Bloem is een stellingmolen, dat is een hoge windmolen met een galerij of stelling. Zo’n molen staat meestal in bebouwd gebied en moet hoog zijn om binnen de bebouwde kom voldoende wind te kunnen vangen, de vrije windvang. De wieken en de staart reiken dan ook niet tot de grond.

Om dan de molen te kunnen bedienen moet er halverwege de hoogte een stelling zijn (ook wel omloop, zwichtstelling, galerij, gaanderij of balie genoemd), die rondom de molen loopt. Vanaf deze stelling wordt de molen gekruid/gedraaid en worden de zeilen aan de wieken voorgelegd. Beneden beschikt men op deze manier over een grote ruimte om met paard en wagen of auto naar binnen te kunnen rijden, zonder dat men door de draaiende wieken gevaar loopt. De voet van een stellingmolen is meestal van steen, vanaf de stelling omhoog is het soms een houten constructie.

Verplaatsing
ANNO 1768

Eerste steenlegging door een houthandelaar en zijn vader

Volgens de archieven huurden Wouter Jansz. en Gerridt Remmertsz., molenaars, van de stad een stuk grond van 40 bij 20 voeten op het bolwerk voor plaatsing van een molen en twee woningen. De molen “De Bloem” was van oorsprong een standaardmolen, maar in 1768 verbouwd tot een bovenkruier. Verbouwen betekent afbreken en nieuw opbouwen, want een standaardmolen en een bovenkruier zijn totaal verschillende type molens.

De twee stenen bij de deurscharnieren geven de tijd aan wanneer dit gebeurde. ANNO en 1768.

Het perceel waarop de molen werd gebouwd was een weiland dat toebehoorde aan Pieter Pouwels zonder beroep en Hendrik Pouwels, houthandelaar van beroep. Zij hadden het gekocht van de veehouder Jan Schipper.

De firma T. Peppink & zoon, Looiergracht 32-38 alhier, herbouwde de molen op zijn huidige staanplaats. De eerste steen voor de onderbouw werd gelegd door P.H.Pouwels zoals dat in de gevelsteen boven de twee toegangsdeuren is aangegeven. Op 31 mei 1899 werd door de erfgenamen van P. en H. Pouwels de molen “De Bloem” verkocht aan de korenmolenaar Joh. Corn. Bakkeren.

Gevelsteen
De Korenbloem

Restauratie twee jaartalstenen en gevelsteen

Boven de toegangsdeuren van de molen bevindt zich nog de originele 18e eeuwse gevelsteen waar een bloem op staat afgebeeld boven een korenveld. Een zogenaamde korenbloem. In 2023 heeft gevelstenen restaurator Wil Abels gevelsteen de Korenbloem gerestaureerd en van nieuwe kleuren voorzien. De steen moest van wel 30 verflagen worden ontdaan zodat de onderliggende afbeelding weer zichtbaar werd. Hij is zelfs een keer als een klaproos afgebeeld en was dus rood. Wil noemde de bloem daarom “De toverbal”.

We kijken nu weer naar de afbeelding die de steenhouwer bedoeld had. Ook de scharnieren van de hoge en zware wagendeuren, van 4 meter hoog en 10 cm dik, dienden aangepakt te worden. Die waren aan het roesten waardoor het ijzer in volume toeneemt. Door dat toenemen in volume is het natuursteen waar de scharnieren in zitten gebarsten. De stenen zijn daarom opengehakt, het ijzer is ontroest en van roestwerend middel voorzien. Daarna konden de stenen weer hersteld worden.

Bedankt donateurs & Vrienden!

De grote onderhoudsbeurt in 2023 en restauratie van de gevelstenen is uitgevoerd dankzij een bijdrage van onze Vrienden en fondsen op naam onder onze Vriendenvereniging zoals van Newomij, Het Dorothy Heijmeijer van Heemstede Stadsherstelfonds, anonieme gevers en het Kamaran Stadsverfraaiing fonds, een fonds van het Cultuurfonds.
Word ook Vriend
Functie
Malen voor veevoer

Malen voor de Prins

In 1927 kocht de gemeente de molen en verhuurde deze, aan Vereniging tot onderlinge aankoop en verkoop van veevoeder annex maalderij Kent U Zelve’ en sinds 1931 aan de firma Schuurman. Hendrik Schuurman moderniseerde de molen door er een elektrische maalstoel in te plaatsen, zodat er ook bij windstilte gemalen kon worden. In de Tweede Wereldoorlog werd er zowel voor bakkers als particulieren veel gemalen. Na de tweede wereldoorlog werd er veel geïnvesteerd in machines om bij de tijd te blijven. De windmolen wordt nu alleen nog ter ondersteuning gebruikt of draait voor de prins (de wieken draaien dan zonder dat de molen maalt).

Omstreeks 1956 werd Schuurman handelaar in Bruggemangist uit België. In het verlengde daarvan lag de aankoop van oud gedroogd brood bij de bakkerijen. Hier werd paneermeel van gemalen voor slagerijen en horecabedrijven. Tot ca. 1960 heeft de firma Schuurman zich staande weten te houden met de loonmalerij en het produceren van paneermeel. Hieraan komt door de invoering van strengere brandvoorschriften een einde.

Vanaf 1963 worden er in samenwerking met het VVV rondritten georganiseerd en konden toeristen de molen bezichtigen. Onderin de molen was een kleine eenvoudige uitspanning om eventueel wat te gebruiken tijdens het bezoek. Dit heeft tot in het begin van de jaren zeventig geduurd.

Rol van Stadsherstel
3e generatie op de molen

In 1967 neemt de huidige bewoner, zoon Henk Schuurman, de derde generatie op de molen, een handelsbedrijf in kruiden en specerijen over, welke bij zijn vader in de molen werd ondergebracht. De specerijenhandel heeft tot 1998 in de molen bestaan. Het bedrijf werd toen verkocht en overgeplaatst naar een bedrijventerrein. De naam Schuurman’s specerijen wordt nog steeds gevoerd. De molen zelf werd daarna ontdaan van alle overbodige en niet meer gebruikte machines.

Stadsherstel heeft deze molen, samen met twee andere molens van de gemeente Amsterdam overgenomen. De gemeente stoot haar erfgoed af en brengt het graag onder bij een organisatie zoals Stadsherstel die immers is opgericht om erfgoed professioneel te beheren en daarmee te behouden. Zo wordt bijvoorbeeld de rietgedekte kap jaarlijks geïnspecteerd. Kleine stukjes waar het riet losgelaten heeft worden dan weer hersteld. De totale dikte van de rietlaag is ca. 25 cm. Zonder regelmatig onderhoud aan de molen en het op gezette tijden in werking stellen, zou hij snel vervallen.

De molen is een zeer ruime molen met twee aangebouwde woningen, waarvan er nog één in gebruik is. De Bloem is niet voor het publiek toegankelijk, maar draait nog steeds, zoals tijdens de Nationale Molendagen in mei, voor de Prins.

De Vrienden van Stadsherstel dragen bij aan het behoud van deze molen zoals b.v. aan de restauratie van de wieken. Wilt u ook bijdragen aan het behoud van Nederlandse iconen? Word dan ook Vriend van Stadsherstel.
Word Vriend
Meer informatie

Bronnen:
Archief Stadsherstel
Stadsarchief Amsterdam
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed
Beeldbank Rijksmuseum
Delpher

Dit project is mede mogelijk gemaakt door:
De Vrienden & donateurs van Stadsherstel

Cookie toestemming
Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken. Als u akkoord gaat met ons gebruik van cookies, klikt u op "Ok, ik wil verder".
instellingen
Functionele cookies: deze cookies zijn nodig voor een goed werkende website
Analytische cookies: deze cookies worden gebruikt om statistieken van de website bij te houden. De analytische cookies zijn volledig geanonimiseerd en worden niet gedeeld. Tevens wordt het laatste octet van het IP-adres automatisch gemaskeerd.